1. Hou regelmatig en structureel contact met de werknemer.
Indien de werknemer nog niet aan het werk is, neem regelmatig contact met hem of haar op.
2. Bereid de terugkomst op de eerste werkdag van de werknemer met aandacht voor.
- Zorg ervoor dat iemand de medewerker ophaalt bij de ingang op de eerste werkdag.
- Neem bij binnenkomst de tijd om te luisteren. Of en hoeveel iemand wil praten, verschilt per persoon. Ook dat je kun aan hem/haar vragen.
- Vraag naar wat de werknemer verder van jou of de collega’s nodig heeft, denk aan het bijwonen van vergaderingen is dat mogelijk of het nemen van pauzes in de kantine (kan de medewerker dat al aan, of liever eerst even alleen met collega’s apart zitten voor de lunch.)
3. Het belangrijkste wat je kunt doen is luisteren, luisteren en nog eens luisteren.
Wees niet bang dat je met wijze woorden moet komen of met oplossingen. Luister met aandacht. Het is belangrijk dat collega’s en leidinggevende contact maken met hun rouwende collega (dus ook als je niet weet wat je moet zeggen, benoem dat, niets is zo erg als er niet naar gevraagd wordt). Vraag met regelmaat aan de collega hoe het met het grote gemis gaat zodat het verlies aandacht heeft, niet alleen de eerste dagen, maar ook de weken en maanden daarna.
4. Kijk samen met de medewerker wat er nodig is om weer aan het werk te gaan.
Elke werknemer en elk rouwproces is uniek en vraagt daarom om maatwerk. Maatwerk gaat over het inrichten van het werk op zo’n manier dat het de werknemer lukt weer aan de slag te gaan. Het is belangrijk te realiseren dat de werknemer “rouwarbeid” verricht en dat daardoor aangepast werk en aangepaste werktijden nodig kunnen zijn.
5. Maak tijd en aandacht vrij om te vragen hoe het gaat met de werknemer.
- Geef de werknemer de ruimte om ervaringen en emoties te delen.
- Evalueer samen hoe het gaat met de werkzaamheden en waar de werknemer eventueel nog last van heeft en stem af wat er nodig is om het werk te hervatten.